Yacon of appelwortel is een knolgewas uit de Andes dat de laatste jaren ook in België – terecht – populair wordt. In tegenstelling tot de bekendste Andesknol, de aardappel, smaakt Yacon wel degelijk naar appel en heeft een friszoete smaak met een knapperige en zeer sappige textuur die minder hard is dan deze van een gewone appel. Yacon wordt het beste rauw gegeten. Men kan de knol schillen als een appel, of gewoon de huid eraf schuren met een hard borsteltje.
De plant maakt twee soorten knollen aan, namelijk voedselknollen en broedknollen. De voedselknollen worden gegeten en de broedknollen worden gebruikt om het volgende seizoen mee verder te kweken. De broedknollen worden best bewaard in wat turf of potgrond zodat ze niet uitdrogen, maar ook niet te vochtig worden.
Yacon is een zeer gezonde plant. De zoetstof die aanwezig is in de knollen is inuline en wordt zeer gering opgenomen door het menselijke lichaam. Tegelijkertijd fungeert inuline als prebiotica wat de darmflora ten goede komt. De gezondheidsvoordelen van dit gewas zijn dus legio.
De bloei van Yacon is in het koude België eerder zeldzaam. In 2017 bloeide de Yacon bij ‘t Laatste Veld in Bredene voor het eerst in 4 jaar tijd (zie foto’s onder). Er werd dit jaar geopteerd voor een combinatieteelt van Yacon, pompoen en inkarnaatklaver als stikstofleverancier en tractatie voor de bijen.
